Stoepmakers Oostplein – de kracht van het testen
Het Oostplein, een rommelig verkeersplein zonder begin en eind, dat eigenlijk van niemand is. Dit terwijl het vanuit haar historie het meest bijzondere plein van Rotterdam is. In het kader van de Rotterdam City Lounge-visie staat de transformatie van dit bestaande verkeersplein tot een verblijfsplek van betekenis – verankerd in de omliggende stadswijken – dan ook hoog op de agenda.
Wat in 2016 begon als een door de gemeente opgetuigd placemaking project veranderde langzaam in een project van een klein aantal, zeer betrokken individuen. Mensen die het Oostplein, ieder vanuit zijn eigen professie, niet alleen een warm hart toedragen maar die ook de potentie zien van de betekenis die het plein voor de stad kan hebben. Samen zijn zij Stoepmakers Oostplein en tonen ze hoe je verschillende activiteiten in het kader van ‘placemaking’ kunt combineren en je hiermee stap-voor-stap een gebiedstransformatie in gang kunt zetten. Dit alles met als doel het herontdekken van het Oostplein door middel van verhalen, verblijven en ontmoeten op de stoep.
Placemaking
Placemaking is een container begrip geworden dat veronderstelt dat burgers het heft zelf in handen nemen om hun eigen leef- en woonomgeving in te gaan richten. Het vergt echter veel doorzettingsvermogen om een project ook echt van de grond te krijgen en aan alle voorwaarden te voldoen. In de praktijk blijkt dan ook dat de bewoners en ondernemers zonder de voortrekkersrol van de overheid (en de daarmee gepaard gaande middelen) niet snel zelf in publieke ruimte investeren. Niet qua tijd en ook niet qua geld.
Zeker in het geval van het Oostplein kan niet verwacht worden dat de bewoners in beweging komen: teruggetrokken in flats, zonder directe verbinding met het plein beneden. Stoepmakers Oostplein, een samenwerking tussen Observatorium en LG Architecten, trekken de kar voor de herinrichting van deze plek.
En dit doen zij op geheel eigen wijze: niet het hele plein (de stoep), maar kleine plekken (stoepjes) binnen het plein worden aangepakt, zodat deze vervolgens kunnen uitstralen naar het hele gebied. Een aanpak die niet alleen op het gebied van financiën haalbaar is, maar ook op dat van programmering doordat de (onduidelijke) randen van het Oostplein (onder andere een bejaardentehuis, parkeergarage en trambaan) niet direct opnieuw ingericht hoeven te worden.
Door te testen en uit te proberen maken de Stoepmakers stappen in de ontwikkeling van het Oostplein: met minimale middelen wordt de potentie van deze plek als belangrijk transformatiegebied laten zien. Kleine stapjes worden genomen die leiden tot een helder plan voor het toekomstige Oostplein. De Stoepmakers willen op basis van verhalen uit het verleden van het Oostplein (nu vooral een verkeersplein) een mensenplein maken.
In korte tijd, met veel inspanning en bevlogenheid, met telkens veranderende omstandigheden in ‘wat wel kan en niet mag, of wat wel mag maar niet kan’ worden er evenementen opgetuigd en bouwwerken geplaatst. Om uiteindelijk het denkbeeld omtrent het Oostplein te veranderen en mensen de potentie van deze plek te laten voelen door te verlevendigen.
Een werkwijze die anders is dan door veel gemeentes en stedenbouwkundigen gedaan wordt: vooral vanachter het bureau ingetekend, met een plattegrond van het gebied. Hierbij wordt het concept en het verhaal, waar je altijd op terug kunt vallen, vergeten. Tijdens het tekenen zijn zij dan ook continu op zoek naar een kapstok om de keuzes die ze maken te verantwoorden. Beslissingen worden vaak gemaakt op basis van verkeerskunde, waardoor ze blijven zitten in een vast stramien en de bestaande situatie. Dit gaat ten koste van het behalen van het optimale resultaat.
Bij placemaking staan juist het concept en het verhaal van de plek centraal. Denkbeelden en ervaringen van de gebruikers die niet vanachter een bureau achterhaald kunnen worden, maar getest moeten worden om vervolgens te bepalen wat wel en wat niet werkt. Op deze manier ontstaan verschillende ankerpunten waar vanuit stapsgewijs ontwikkeld kan worden.
Visie Oostplein
Na twee jaar testen door de Stoepmakers is geleerd dat bij het herinrichten van een plek vooral het verleden ‘key’ is. Elke plek heeft een verhaal. In het geval van het Oostplein is dat verhaal de rijke historie. Na twee jaar weten we nog steeds niet alles: de beelden, schilderijen en anekdotes zijn oneindig. Het zijn verhalen uit het verleden die het Oostplein weer identiteit kunnen geven en een belangrijk onderdeel kunnen vormen bij de inrichting van de toekomst.
Ieder (Rotterdams) mens heeft ‘last’ van nostalgie. En het voordeel van nostalgie is dat het je verbeelding voedt en je het mooier maakt dan het was, waardoor het prettiger is om over na te denken. De verhalen en historie van het Oostplein aan de gebruikers van het plein tonen, kan op twee manieren. Allereerst door bijvoorbeeld de molen of de poort letterlijk terug te bouwen. Gevolg is echter dat de nostalgie en daarmee het verlangen naar toen verdwijnt. In het begin is het leuk, maar al snel neem je het voor lief. Het mooier kunnen maken en ook het verhaal gaat hiermee verloren. Bij de herinrichting van een plek bouw je het verleden dan ook niet letterlijk na, maar creëer je een prikkelende verwijzing naar het verleden.
De Stoepmakers kiezen dan ook voor een aanpak die meer tot de verbeelding spreekt, zoals met het staketsel van de molen. Abstract en eigenlijk moet je het verhaal kennen om te zien dat het een molen is. Of deze vorm met deze materialen de juiste weergave is, is nog maar de vraag. Maar daar gaat het eigenlijk niet om: het gaat om het markeren van een plek, het creëren van identiteit en het vertellen en vooral doorvertellen van een verhaal.
Het staketsel van de molen is één van de plekjes met een eigen identiteit, op het grote Oostplein. Een zaadje dat gepoot wordt, groeit en uiteindelijk permanent wordt: stap voor stap ontstaat er draagvlak om het hele plein aan te pakken.
Learnings placemaking
Er wordt nu ruim 2,5 jaar getest op het Oostplein, onder andere met Oostplein Swingt en Oostplein Verlicht! Alles is met een tijdelijk karakter en wordt gerealiseerd met eigen handen en duurzame, goedkope materialen.
Zo werd in eerste instantie de plek rondom de molen gemarkeerd door houten kisten waarop je kunt zitten. In de praktijk bleek echter dat dit niet gebeurde: mensen zoeken beschutting en willen iets in hun rug hebben. Om die reden is er dan ook voor gekozen de vlonder onder de molen om te bouwen tot een bank, waardoor je met je rug naar de molen toe zit. En met succes: in combinatie met programmering zoals Grill Festival werd dit stipje op het plein en daarmee het hele plein als een fijnere plek ervaren.
Maar ook kinderen: gezien is dat als er kinderen zijn, er leven is. Tijdens Oostplein Swingt bijvoorbeeld, door het plaatsen van schommels en een waterbak. Een voedingsbodem voor programma doordat ouders meekomen die op hun beurt een kopje koffie lusten.
Te stellen is dat het vangen van passanten boven verwachting gelukt is: Oostplein staat opnieuw op de kaart. Het is een plek die mensen herkennen, doordat ze zien dat er af en toe wat gaande is. Feit is wel dat dit nu nog te sporadisch gebeurt. Doel is hier meer regelmaat in te brengen door bijvoorbeeld elke vrijdag een viskraam te laten stallen.
Binnen dit project is begonnen met de meest voor de hand liggende elementen van Oostplein, zoals de molen, de marinier en de poort. Nu is het zaak dieper op de ziel van de plek in te gaan, zodat nieuwe componenten ontstaan waar vanuit ontwikkeld kan worden. Denk aan het terras van de Bakkerswinkel, dat nu afgescheiden wordt door een muurtje. Maar ook het nu niet zichtbare thema water in dit gebied door het Gemaal, schakel tussen het Boerengat en de Maas. En wat dacht je van het metronetwerk, verborgen onder het plein. Wellicht de ideale plek voor het geven van feesten?
Kortom, er valt nog genoeg te leren. Met al deze learnings op zak moet uiteindelijk de stap van tijdelijk naar permanent gemaakt worden, omdat duidelijk is geworden wat de plek precies nodig heeft. Want hoelang blijft een lichtlijn met verhalen uit het verleden erop nog interessant? Het is tijd voor nieuwe verhalen. Gewerkt wordt naar een plein met een sterke identiteit, dat een levendige en tot de verbeelding sprekende entree van de binnenstad van Rotterdam vormt.